Skip to main content
“​Oh wat fijn, een bekende in huis die voor ons gezin komt zorgen.”

 

Ik hoor die zin nog nagalmen in mijn hoofd als ik aan dit verhaal denk. Om het te begrijpen neem ik je eerst even mee naar 2019.

Ik ben aan het werk bij de familie Jansen. Er is een bevalling gaande en ik assisteer daarbij. Een prachtig moment.

De kraamzorg wordt dat weekend door mijn collega overgenomen. Helaas zijn er problemen, het kindje wordt niet echt warm. Gedurende het gehele weekend hebben wij hier contact over. Alle mogelijke trucjes worden uit de kast gehaald. Als kraamverzorgenden hebben wij ook altijd contact met de verloskundige en ook zij denkt in een situatie als deze actief met ons mee.

Op zondag vraagt mijn collega kraamverzorgster of ik haar over kan nemen. Het gezin waarvoor zij specifiek gevraagd was gaat bevallen dus ze moet door. Uiteraard regel ik dit en zondags ga ik werken bij de familie Jansen waar er nog steeds problemen zijn met de temperatuur van het kindje.
Papa en mama maken zich grote zorgen, begrijpelijk, het is hun kindje en je wilt  het allerbeste voor je kind. Dus ook gezondheid.

Ik blijf rustig. Het gebeurt wel vaker dat een baby niet goed opwarmt, ik vertrouw erop dat het goed komt. Ik overleg uiteraard met de verloskundige, we besluiten de situatie nog even aan te kijken.

Op maandagochtend wordt de hielprik gedaan. Ik vertel dan ook dat de baby niet lekker warm wordt. Vanuit het bloedonderzoek komt naar voren dat de baby een schildklierafwijking heeft. Er wordt medicatie voorgeschreven welke snel gaat werken en waardoor de baby een normale temperatuur krijgt.
Dit tot grote opluchting in het gezin, het genieten van de kraamtijd kan voor hen nu echt beginnen.

Een klein jaar later sta ik voor de deur bij gezin De Vries. Nadat ik aangebeld heb komt er een enthousiaste papa naar buiten. “Hey jou ken ik, wat fijn dat jij hier voor de kraamzorg komt”. Dit geeft een veilig en vertrouwd gevoel.
Ik knik ja en ben hard aan het nadenken wie deze man is. Hij kent mij wel, maar ik heb geen idee wie hij is.

Vader ziet mijn twijfel en vertelt dat zij de zwager en de schoonzus zijn van de moeder waar ik de kraamzorg gedaan heb en het kindje een schildklierafwijking had.
Zij waren daar op bezoek geweest, onder de indruk van de communicatie die ik met het gezin en de collega’s had, maar ook over de rust die ik in het proces bewaarde.

Nu waren zij zelf bevallen en hoopten zij op een even leuke kraamverzorgster en toen stond ik dus voor de deur.
Gelukkig was met dit kindje alles in orde en was het een fijne kraamtijd, met voor mij als bonus dat ik hoorde dat het kindje met de schildklier heel goed groeide.

 

I.v.m. de privacy zijn de namen in dit verhaal aangepast.